Total Pageviews

Blog Archive

Search This Blog

Banner

Banner
Posts tonen met het label ongelijkheid. Alle posts tonen

Internationale Vrouwendag: Fedactio stapt mee in de Vrouwenmars

Op donderdag 8 maart op Vrouwendag heeft het Fedactio-Team deelgenomen aan de Vrouwenmars in Brussel. Met het thema van dit jaar “Each for Equal” droeg Fedactio ook haar steentje bij voor meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen.


Klik hier om de video te zien

Meer dan 6000 deelnemers verzamelden aan de ingang van station Brussel-Centraal voor de start van nationale vrouwenmars. De mars van sympathisanten, verenigingen, vakbonden, activisten, politieke partijen stapten tot het Poelaertplein en terug.

Het voltallige Fedactio-team ondertekend de #EachforEqual, het  officiële thema van de Internationale Vrouwendag. Want werkelijk iedereen kan bijdragen aan een meer gelijke wereld. Volgens het Global Gender Gap Report van 2020, gepubliceerd door het World Economic Forum, zijn de landen uit West-Europa bij de betere leerlingen als het op gendergelijkheid aankomt. Toch zijn we nog te ver verwijdert van de volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Vrouwen verdienen nog steeds minder geld als mannen. Vrouwen zijn ondergerepresenteerd in machtsposities. En het huishoudelijk werk, de opvoeding van kinderen en mantelzorg van ouderen en gehandicapten wordt vooral door vrouwen ingevuld.

Fedactio nam deel aan de nationale mars uit solidariteit met de campagne van Internationale Vrouwendag en om de strijd voor vrouwenrechten in landen zoals Mexico, Chili, Libanon, Rusland, maar ook in Soedan, Syrië, Turkije... te ondersteunen.

Fedactio engageert zich in de strijd voor meer vrouwenrechten. Zij spoort iedereen aan om hetzelfde te doen en zich in te zetten voor meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen.

Kebab voor mensen in armoede

Op woensdag 18 december hebben de vrijwilligers van onze lidvereniging Tuin van Eisden in Maasmechelen en de vereniging Soma hun maaltijd gedeeld met mensen in armoede. 
Het was een leuke namiddag met heerlijke broodjes kebab, een goede sfeer en interessante uitwisselingen. De samenwerking tussen Tuin van Eisden en Soma verliep uitstekend. Tuin van Eisden hoopt in de toekomst nog samen met Soma acties op poten te zetten. Ook de aanwezigen keerden met een goed gevoel huiswaarts.

Soma is een lokale vereniging in Maasmechelen waar mensen die het financieel niet breed hebben het woord nemen. Hun werking houdt zich aan zes criteria: mensen in armoede opsporen en verenigen, mensen in armoede het woord geven, werken aan maatschappelijke emancipatie en maatschappelijke structuren en vormingen organiseren.

Middaglezing – Armoede op de schoolbanken: een gedeelde verantwoordelijkheid


Op 17 oktober nam Fedactio deel aan de middaglezing “Armoede op de schoolbanken: een gedeelde verantwoordelijkheid” aan de Universiteit van Gent met als gastspreker Yasmien Naciri die het publiek uitnodigde om vragen te stellen over de vele gezichten van armoede en het gebrek aan structurele oplossingen. Als kleindochter van een geïmmigreerde mijnwerker, groeide Naciri zelf in armoede op. Armoede blijft tot de dag van vandaag de rode draad in haar privé en professioneel leven.

Wat is armoede?
Er zijn heel wat definities die armoede omschrijven, maar in het algemeen stelt men: armoede is beperkte middelen hebben om een gemiddelde levensstandaard te bereiken. Volgens Naciri gaat armoede veel verder dan de werkdefinitie. Het is een manier van denken, leven, bewegen en zelfs liefhebben. Naciri vindt dat de echte verhalen van mensen achter armoede-analyses weinig gehoor krijgen. Integendeel, gaat ze verder, armoede wordt nog heel vaak gecommercialiseerd. Volgens haar ligt de sleutel tot armoedebestrijding in het luisteren naar getuigenissen van ervaringsdeskundigen, omdat je dan vanuit het juiste perspectief armoede kan aanpakken. 


Maar in België zie je armoede niet en daarom blijft vaak bestaan binnen de vier muren. Het is met andere woorden een grote uitdaging om problemen op te lossen die je niet ziet en moeilijk herkent. Daarom is onderwijs een cruciale sleutel in armoedebestrijding. Je moet armoede reeds op de schoolbanken aanpakken, want daar kan je de eerste signalen detecteren.

Kinderarmoede versus armoede
De term ‘kinderarmoede’ krijgt veel kritiek en ligt gevoelig in het debat. Want per definitie isoleer je het kind uit haar/zijn gezin en daarmee koppel je het kind los van het grotere maatschappelijke vraagstuk armoede. Het gevolg van deze loskoppeling is dat men veroordelend gaat kijken naar de ouderbetrokkenheid. “Ouders moeten dat maar oplossen”, klinkt het dan. Maar in haar betoog dient de term als werkdefinitie om de situatie bespreekbaar te maken.

In België groeit 14% van onze kinderen op in armoede. Volgens Naciri kan je armoede niet bespreekbaar maken zonder het onderwijs en de welzijnszorg te betrekken. Want, zegt ze,
alles begint op de schoolbanken, ook armoede. Kinderarmoede heeft effecten op het gezin, vrienden, verenigingsleven, werk… Armoede heeft vooral een desastreuze impact op schoolresultaten, veroorzaakt taalachterstand, resulteert vaak in schooluitval, heeft een negatieve invloed op de mentale gezondheid van kinderen en jongeren en verstoort op die manier de ontwikkeling van kinderen in armoede. De kinderen die opgroeien in armoede zijn een kwetsbare groep en lopen een groot risico om in armoede te blijven leven. 
Armoede hypothekeert met andere woorden de ontwikkeling en het toekomstperspectief van kinderen. Maar onderwijs is een kinderrecht, en dus pleit Naciri stellig dat leerlingen in armoede betere begeleiding moeten krijgen. Een van de grootste probleem voor jongeren is een gebrek aan een goed netwerk. En dit afwezig netwerk heeft een directe invloed op de toekomstperspectieven van kinderen en jongeren.

Naciri vindt dat België ambitieuzer mag zijn als het komt op armoedebestrijding. Ze is van mening dat het een prioriteit moet zijn bovenaan de politieke agenda. Ze noemde nog een paar practices voor scholen in de armoedebestrijding:
-    Benoemen en aankaarten van het probleem.
-    Cultuursensitief werken
-    Leerkrachten en leerlingen bewust maken en onderwijzen
-    Uitwisselen van good practices
-    Maximumfactuur voor scholen
-   
Het is belangrijk om bewustwording rond armoede te stimuleren en mensen te onderwijzen. Op die manier groeit de bewustwording rond bestaande signalen van armoede en kan men er sneller en beter op inspelen.

Naciri besloot haar betoog en gaf nog mee dat er niet één oplossing bestaat in de strijd tegen armoede. Armoede zelf komt heel veel nuances en diversiteit. Een structurele, langdurige oplossing om armoede dragelijk te maken moet dus even genuanceerd en divers zijn. Men moet er vooral voor zorgen dat initieel de de effecten van armoede veel kleiner zijn.

Speak Right Now - Interview: Annemarie Gielen en haar vredesmissie bij Pax Christi

In het kader van ons "Speak Right Now-project" publiceren we interviews met beleidsmakers en mensen in het ontwikkelingsveld, organiseren we activiteiten en zetten we vredevolle initiatieven in de kijker. Naar aanleiding van de Dag van de Vrede op 21 september, belichten we deze week de 30ste Vlaamse Vredesweek georganiseerd door Pax Christi Vlaanderen, de Vlaamse afdeling van de internationale vredesbeweging Pax Christi. Wij gingen praten met haar Algemeen Directeur, Annemarie Gielen.

Toen ze haar studies Oost-Europese Talen en Culturen in Leuven afrondde, ging Annemarie Gielen aan de slag bij Pax Christi Internationaal. Een jaar later trok ze naar Rusland en zette zich in voor de mensenrechten. Ze had nooit gedacht dat ze een pleitbezorger voor de vrede ging worden, maar vandaag blaast ze 17 kaarsjes uit bij Pax Christie Vlaanderen, waarvan nu reeds 7 jaar als Algemeen Directeur. Aan de vooravond van de Vredesweek van 21 september t.e.m. 2 oktober, spraken wij met haar over haar professionele en persoonlijke vredesmissie.

Wat zijn de concrete objectieven van Pax Christi?

Annemarie Gielen: Pax Christi Vlaanderen werkt op vier niveaus om vredeswerk te bevorderen. Het eerste niveau is vormingswerk. We helpen mensen om conflict en/of onrecht te benoemen en vervolgens kijken we samen hoe we tot een vreedzame oplossing kunnen komen. Dat doen we hier in Vlaanderen maar ook in conflictgebieden waar we actief zijn, meer bepaald in Rusland, Oekraïne, Congo en via ons internationaal netwerk ook in Israël-Palestina. Het tweede niveau is vredesopbouw waarbij we lokale groepen versterken in hun aspiraties om aan vrede te werken. Dit luik staat nu eerder op een laag pitje omdat we al enkele jaren geen subsidies meer ontvangen van Buitenlandse Zaken. We hopen wel dat er tijdens de volgende legislatuur budget kan vrijgemaakt worden. Vervolgens hebben we een luik sensibilisering. Rond verschillende vredesthema’s proberen we mensen in onze eigen samenleving warm te krijgen via filmavonden en debatten, maar ook via petities en straatacties voor thematieken die niet altijd in de media naar voor komen. Tot slot werken we ook via een traject van beleidsbeïnvloeding, een vorm van lobbywerk, waarbij we proberen op het niveau van regelgeving en wetgeving zaken te veranderen die de vrede bevorderen. We bereiden nota’s voor die concreet ingaan op de bovengenoemde conflictgebieden.

Wereldwijde vrede is een heel ambitieus plan. Hoe gaat u hiermee om?

Annemarie Gielen: Er zijn verschillende insteken of manieren van benadering die we gebruiken om aan vredesopbouw te werken. Voor ons is het heel belangrijk om niet over de hoofden van de betrokkenen heen te spreken, maar om samen met hen een oplossing te zoeken. In Vlaanderen bijvoorbeeld gaan we bij conflicten rond migratie of detentie in de eerste plaats met de getroffen personen en groepen aan tafel. Hetzelfde geldt voor onze werking in bijv. Rusland en Congo. We brengen het conflict in kaart en gaan samenwerkingen aan met groepen die op een geweldloze manier aan het systeem willen werken. We gaan nooit zelf zomaar ergens binnenstappen en zeggen: “Wij weten hier het antwoord”. Want wij weten het antwoord ook niet. Wat we wel hebben, is ervaring in methodieken en theorieën die kunnen helpen om bepaalde vredesprocessen in gang te zetten. Omgekeerd proberen wij ook altijd van die groepen te leren om mee te nemen naar ons lobbywerk of in onze sensibiliseringscampagnes.

Hoe ziet u de verwevenheid tussen spiritualiteit, studie en actie? 

Annemarie Gielen: Spiritualiteit is een belangrijk aspect voor onze organisatie. Het is een voedingsbron en tevens een hulpmiddel tegen cynisme en het gevoel van machteloosheid. Pax Christi is ontstaan in Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Geïnspireerd op een lezing van de Bijbel, riepen de stichters op om, zoals Jezus ooit sprak: “De vijand te beminnen en te bidden voor het welzijn van diegenen die ons vervolgen”. Zij wilden de spiraal van geweld doorbreken door zich naar de Duitse bevolking toe onbevangen en kwetsbaar op te stellen. Zetten jullie dan ook in op interculturele en interreligieuze dialoog? Annemarie Gielen: Een samenleving maak je met de mensen die er zijn. Binnen ons team, ons dagelijks bestuur en onze vrijwilligers heerst een grote diversiteit van geloofsbeleving. Het is onze betrachting om via ontmoetingen de ander te leren kennen en te respecteren. Maandelijks organiseren we bijvoorbeeld interreligieuze meditaties waarbij mensen van verschillende achtergronden samenkomen en mediteren. Maar we hebben ook verschillende publicaties en vormingen over hoe de Bijbel een brontekst kan zijn om aan vrede te werken. Via inspirerende werken kunnen we dan een brug slaan naar moslims, de joodse gemeenschap, orthodoxen, humanisten…

Wat is uw persoonlijke missie als Algemeen Directeur? 

Annemarie Gielen: Mijn droom is dat Pax Christi geen bestaansreden meer heeft (lacht). Maar op kortere termijn wens ik dat iedereen het geduld kan opbrengen voor het anders zijn van anderen en de tijd neemt om zichzelf te leren kennen. Daarmee bedoel ik dat iedereen voor zichzelf uitzoekt: ‘Waarom heb ik die mening en waarom gedraag ik mij zo’. Eigenlijk worstelt iedereen met levensvragen en maatschappelijke problemen, want niemand heeft pasklare antwoorden. Twijfel en onzekerheid mogen er zijn, maar leiden vaak tot frustratie en conflict. Maar mensen moeten beseffen dat je daar ook iets aan kan doen, dat je andere mensen en jezelf kan helpen. Mensen verglijden in een cynische houding of zelfs een geweldhouding, terwijl niemand dat eigenlijk wil. Niemand wil in een permanente geweldsituatie leven, mensen willen rust. Een switch in het denken zou een mooi resultaat zijn.

Wat kunnen mensen concreet volgens u doen om vredesopbouw te bewerkstelligen?

Annemarie Gielen: Wij wakkeren de kritische reflectie bij mensen aan. Want als je ergens een mening over wil vormen, is het nuttig om je daarin te verdiepen. Dat gaat van ecologie tot economie, m.a.w. over alles wat een mens doet. Als een situatie zich voordoet waarbij je het gevoel hebt dat je machteloos staat, is het belangrijk dat je de situatie probeert te transformeren. Op die manier, hoe minimaal de transformatie ook is, draag je bij aan een betere samenleving. In autocratische regimes zoals Turkije of Rusland zijn er altijd mogelijkheden van verzet, van samenwerking en van netwerken om elkaar versterken. De geweldloze strijd is een moeilijke strijd, maar de moeite waard. Want het kiezen voor geweld levert altijd meer schade op.

Wat zijn uw ervaringen na al die jaren vredesopbouw? 

Annemarie Gielen: Het belangrijkste wat ik geleerd heb, is de enorme veerkracht van mensen die onrecht meemaken. Ik denk daarbij aan het aura van waardigheid dat mensen rond zich hebben in hun verzet. Dat is tegelijkertijd ook mijn krachtbron. Dat er mensen zijn die zich niet laten verleiden tot pessimisme of wanhoop. Want er is altijd maar één weg, en dat is vooruit, met hoop. Met Pax Christi hebben we al een grote impact bereikt op het individuele niveau. Bijvoorbeeld onze trajecten van verzoening tussen Russen en Tsjetsjenen heeft niet geleid dat de presidenten van die republieken of landen in elkaars armen vielen. Maar mensen die hebben deelgenomen, begrijpen elkaar beter. Hierdoor zijn prille vriendschapsbanden ontstaan tussen Russen en Tsjetsjenen die voor onze tussenkomst ondenkbaar waren. Of in Congo bijvoorbeeld waar groepen zich al jaren inzetten via geweldloos verzet voor meer democratie. Ondanks de verkiezingsuitslag was het een overwinning dat er heel veel Congolezen zijn gaan stemmen. Die participatie geeft mensen het gevoel van waardigheid en betrokkenheid. Dat zijn resultaten die je kan neerleggen na langdurige samenwerkingstrajecten rond burgerrechten, mensenrechten, vrede…

Merkt u verschil in de werking in het huidige politiek klimaat? 

Annemarie Gielen: We merken een verschuiving van thema’s. 15 jaar geleden stonden spanningen in onze eigen samenleving niet op de voorgrond. Onze energie ging vooral naar conflictsituaties in het buitenland. Een grote groep in onze samenleving voelt zich vandaag ongemakkelijk bij de superdiversiteit. Deze onzekerheid wordt nog eens uitvergroot door de escalerende dreiging in de taal van een Donald Trump en een Vladimir Putin. Daarbij komt nog eens de prangende kwestie rond klimaatsverandering. Mensen willen dat liever niet horen. Deze uitdagingen houden ons als vredesorganisatie natuurlijk ook bezig. Daarom voeren we tijdens onze Vredesweek van 2017 en 2018 campagnes over hoe mensen kunnen omgaan met spanningen in de eigen samenleving. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen hebben wij aanbevelingen gedaan voor een lokaal vredesbeleid voor de steden en gemeenten. Wij hebben daarbij vooral ingezet op de thematiek van polarisering. Verder hebben wij de methodiek van participatief theater ontwikkeld. Samen met doelgroepen die in situaties van onrecht verkeren, schrijven we een scenario. Via interactieve theatervoorstellingen gaan we op en naast de scene in dialoog met het publiek. De bedoeling is om bij mensen het kritische denken te stimuleren en te tonen dat er vaak ook alternatieven mogelijk zijn.

Hoe reageren jullie op de verstarring binnen Europa, zoals Polen, Hongarije, maar ook Turkije en Rusland? 

Annemarie Gielen: Wij zijn altijd al fervent pleitbezorger geweest van de Europese Unie. Wij zien met lede ogen aan hoe het Europese vredesproject langs alle kanten belaagd wordt. Samen met de andere Pax Christi afdelingen in Europa gaan we onze zaak bepleiten bij het nieuwe Europese Parlement. Wij streven ernaar dat vrede, samenwerking en dialoog op de voorgrond blijven ondanks de verschillen in politieke kleuren. Hoe betrekken jullie jonge mensen in jullie vredesstrijd? Annemarie Gielen: We communiceren via kanalen waar jongeren bereikbaar zijn. De meeste jongeren bereiken we nu via universiteiten maar in de toekomst gaan we meer inzetten op samenwerking met organisaties die jongeren als doelgroep hebben. De teneur bij onze oudere achterban is soms: “Jongeren zijn niet meer geïnteresseerd in maatschappelijke vraagstukken”. Maar ik merk dat niet. Jongeren liggen ook wakker van maatschappelijke polarisering en klimaatverandering.

België zetelt in 2019 en 2020 in de VN-Veiligheidsraad. Wat is jullie boodschap?

Annemarie Gielen: België zetelt sinds januari 2019 in de VN-veiligheidsraad onder het motto “Consensus smeden, bouwen aan vrede”. Een krachtige boodschap die wij volledig ondersteunen. Alleen zien we in de praktijk dat België daar weinig middelen voor inzet. Als we de federale budgetten bestuderen van wat er gespendeerd wordt aan vredesopbouw of vredesprojecten, zien we dat die heel fel gedaald zijn. De overheid moet besparen, maar het heeft ook te maken met prioriteiten. En daar zitten verschillende schoentjes die knellen. In het parlement is er heel weinig debat over hoe we internationale conflicten écht helpen oplossen. Een van de belangrijkste struikelblokken van dit moment is de modernisering van de luchtmacht via de aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen. De redenering achter deze geplande investering is een automatisme: “Een leger heeft gevechtsvliegtuigen nodig”. Maar over de grond van die mening werd niet gediscussieerd. Wat moet de Belgische samenleving met 30 nieuwe gevechtsvliegtuigen met een prijskaartje van 15 miljard euro? Als je pleit tégen de aankoop van gevechtsvliegtuigen, vinden de mensen je naïef en dom. Maar het is eigenlijk omgekeerd. Als mensen zouden beseffen wat de kostprijs is om bommen te gooien op Irak en Syrië in verhouding tot de impact op het terrein, zou niemand nog investeren. Mensen beseffen niet hoeveel 15 miljard euro is. Wij vinden dat misbruik van de mensen hun goedgelovigheid en dat is inspelen op angstgevoelens. Waarom investeren we dat geld niet in een transitie naar een CO2 armere industrie? Of je kan je ook afvragen of het budget voor die gevechtsvliegtuigen opweegt tegen dat van de gezondheidszorg. Denk maar aan de ouders van Pia, die zich wanhopig moeten richten tot de Belgische bevolking om de behandeling van hun kindje te bekostigen.

Jullie zijn aan jullie 30ste Vredesweek begonnen. Hoe zal de Vredesweek 2019 eruitzien? 

Annemarie Gielen: Pax Christi Vlaanderen is de initiatiefnemer en werkt de campagne uit. Andere organisaties en politieke partijen worden uitgenodigd om mee te doen. Ook hier werken we op de 4 niveaus. Voor ons politiek luik publiceren we een beleidsdossier voor de politici met aanbevelingen. Ons luik educatie is vooral gericht naar scholen en activiteiten buiten de schoolse context. In het kader van ons luik sensibilisering willen we mensen warm maken via social media en de website, maar ook via debatavonden en straatacties om deel te nemen. We nodigen ook elk jaar een vredesweek-getuige uit, gelinkt aan het thema. Dit jaar is dat iemand uit Zuid-Soedan. We zijn op zoek gegaan naar iemand die in een conflictgebied werkt met een methode om de bevolking mee te betrekken bij de vredesopbouw. En dan hebben we ook een spiritueel luik. We maken altijd een bundel met teksten die bezinnend zijn en die verbonden zijn aan de thematiek.

Hoe ziet u de toekomst van jullie vredesmissie?

Annemarie Gielen: Ik ben een hoopvol mens, optimistisch. Ik denk dat de nood aan vrede heel groot is. Mensen willen in vrede leven, op een manier die hen niet hindert om naar school te gaan, te gaan werken en een gezin te stichten. De omkadering van vredesopbouw gaat niet anders dan via dialoog en samenwerking. De uitdaging is om op een wervende manier mensen te engageren zodanig dat ze zich ondersteund voelen in hun idee van een vredevolle samenleving. Maar ik ben ervan overtuigd dat elke mens ertoe in staat is om aan vrede te werken en dat het vooral een kwestie is om die capaciteiten aan te wakkeren.



De Vredesweek van Pax Christi loopt nog t.e.m. 2 oktober. Neem zeker een kijkje op www.vredesweek.be.


Fedactio zegt nee tegen racisme!

Op zondag 24 maart stapte Fedactio mee in de nationale betoging tegen racisme. De mars bracht zo'n 4000 mensen op de been en tientallen organisaties tekenden present. 

Allen liepen ze voor een wereld zonder racisme, zonder discriminatie. Racisme is een dagdagelijkse realiteit. Dat minimaliseren of ontkennen, biedt een voedingsbodem waarin racisme blijft gedijen. Daarom een oproep om te blijven praten. Ga het gesprek aan. Wuif racisme niet stilzwijgend weg. Laat je mening horen! 
Daarnaast was de betoging eveneens een gelegenheid om eerbetoon te brengen aan de slachtoffers van de recente aanslagen in Christchurch, Nieuw-Zeeland. Dat was helaas geen geïsoleerd geval. Ook andere verontrustende voorvallen zijn uitingen van racisme, dat diepgeworteld zit in onze samenleving. 
Het is hoognodig om effectieve maatregelen te nemen tegen racisme en discriminatie, en wel op alle niveaus’s. Wij zijn ervan overtuigd dat we als maatschappelijk middenveld moeten bijdragen aan een rechtvaardigere en inclusieve maatschappij waar iedereen zich thuisvoelt.


Fedactio en haar inzet voor de Internationale Vrouwendag

Ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag op 8 Maart wil Fedactio haar inzet voor de verdediging van vrouwenrechten en gendergelijkheid nog eens extra in de verf zetten. Ondanks dat vrouwen hun weg beginnen te vinden in domeinen als de politiek, is genderongelijkheid nog steeds diepgeworteld in onze samenleving.

Naast de vele behaalde doelstellingen blijft de weg naar gendergelijkheid lang en vol obstakels. Gelukkig zijn vele spelers zoals verenigingen, non-profitorganisaties, feministische bewegingen en anderen bezig met die dagelijkse strijd. Ook Fedactio probeert hier zijn steentje bij te dragen. Gedurende 7 weken werden sterke vrouwen geprezen op onze website in de rubriek 'Sterke vrouwen in de kijker', die vandaag op z'n einde komt. Om ze in schoonheid af te sluiten blikken we terug op al de vrouwen die in de kijker gezet werden gedurende de voorbije weken. Eén voor één vrouwen om trots op te zijn.

In de rubriek werden enkele impressionante, internationale vrouwen in de spotlights gezet. Iedereen kent haar als de vorige First Lady van de Verenigde Staten: Michelle Obama werd in de kijker gezet als voorvechtster van gelijke kansen en educatie. Ze maakte gebruik van haar status als First Lady om maatschappelijke problemen aan te kaarten. Haar grootste focus ligt op het versoepelen van de toegang tot educatie voor jonge meisjes. Een tweede internationaal erkende vrouw is Nisreen El-Hashemite. Ze heeft een master in geneeskunde, een doctoraatstitel in menselijke genetica, is actief in gros van organisaties én is prinses van Irak. Ze pleitte persoonlijk voor de erkenning van vrouwen in de wetenschap, op die manier werd de Internationale dag van vrouwen en meisjes in de wetenschap ingevoerd.

Net als Nisreen El-Hashemite werden er nog andere vrouwelijke wetenschappers in de spotlights gezet als hulde voor de internationale dag van vrouwen en meisjes in de wetenschap (11 februari). Naar aanleiding van wereldkankerdag op 4 maart werd Sophie Lucas in de spotlights gezet. Ze is onderzoekster en verdiept zich in kankerimmunologie aan het de Duve instituut en is eveneens professor aan de UCL. Ze doet onderzoek om nieuwe vormen van kankertherapie te ontwikkelen. We namen evenals een interview af met Angélique Léonard, professor bij het departement Chemical Engineering aan de Universiteit van Luik en voorzitster van de ondernemingsraad ‘Femmes et Sciences’. Hiernaast zet ze zich ook in voor gendergelijkheid en de empowerment van meisjes en vrouwen in de toegepaste wetenschappen. Ook eerden we Els Van Hoof: een Belgisch politica die zich bekommert om de vrouwelijke gezondheid. Ze vecht voor verscheidene thema’s waaronder genitale verminking. Daarom werd ze onze vrouw in de kijker voor de internationale dag tegen vrouwelijke genitale verminking op 6 februari.

Natuurlijk werden ook Belgische vrouwen gevierd. Anuna De Wever kreeg enorm veel media-aandacht voor haar initiatief van de klimaatmars. Ze riep Belgische scholieren op om elke donderdag te spijbelen voor het klimaat. Elke week spijbelen duizenden jongeren in de naam van het klimaat om de urgentie duidelijk te maken. Ook Hafsa El-Bazioui kreeg een plaatsje in onze rubriek. Haar monsterscore tijdens de verkiezingen in Gent zette haar in de spotlights. Naast haar politieke carrière is ze vrijwilliger bij de inburgeringsdienst, zit ze bij de vrouwenraad en houdt ze zich met nog tal van andere activiteiten bezig. Een echte duizendpoot, die niet mocht ontbreken in onze lijst. Naar aanleiding van Zero Discrimination Day op 1 maart spraken we over Dalilla Hermans, een Belgisch opiniemaakster en schrijfster bij Charlie magazine. Dalilla maakte naam voor zichzelf met haar open brief over racisme. Ze bracht al twee boeken uit waaronder een kinderboek. Ze wil racisme tegengaan en zwarte meisjes een hart onder de riem steken. Tot slot riepen we op om mee te helpen aan de vervrouwelijking van Wikipedia. Eén van de meest bezochte sites ter wereld lijdt onder de onderrepresentatie voor vrouwen. Samen streven voor meer inhoud door, over en voor vrouwen.

Fedactio schijnt haar licht op de onderrepresentatie van vrouwen. In een samenleving gemaakt door mannen, voor mannen, is het essentieel om concrete acties te creëren gericht op het promoten van vervrouwelijking. Het ultieme doel is een samenleving bekomen die gelijk is en representatief voor elk individu.

Zero Discrimination Day: samen tegen uitsluiting

Naar aanleiding van de Zero Discrimination Day op 1 maart werpt Fedactio een blik op de discriminatie van hiv-positieve personen. Hoewel er enorm veel medische vooruitgang werd geboekt in het gevecht tegen hiv blijven de sociale opvattingen achter.

De Verenigde Naties pakt sinds dit jaar discriminerende wetten aan die de toegang tot essentiële diensten voor bepaalde groepen bemoeilijkt. Vorig jaar werd het voor 15-jarige adolescenten in de Filipijnen mogelijk om zonder ouderlijke toestemming getest te worden op seksueel overdraagbare ziektes. Bovendien werden wetten die het strafbaar maakten de hiv-status geheim te houden herroepen. Gelimiteerde toegang of zelfs weigering tot gezondheidszorg, discriminatie op de arbeidsmarkt, discriminatie in de huiselijke omgeving, weigering van mogelijke promoties... zijn maar enkele voorbeelden van discriminerende situaties die dagelijks door het gros van alle hiv-patiënten in ons land worden ervaren. Vespa2, een Frans onderzoek gepubliceerd in 2014 ondervroeg 3000 hiv-patiënten. Daaruit bleek dat 26% van de bevraagde hiv-patiënten al te maken kreeg met discriminatie in verschillende contexten, waaronder bij de aanwerving (24%), in de familiale omgeving (11%) en zelfs bij toegang tot gezondheidszorg (8%).

In die laatste sector werd een experiment uitgevoerd in 2015 door Aides, een associatie die vecht tegen aids. Aan de hand daarvan werd nagegaan welke houding geneeskundige professionals hebben tegenover hiv-positieve personen. Een telefoongesprek werd opgezet waarbij elke deelnemer twee keer belde; de eerste keer zonder hun aandoening te vermelden, de tweede keer wel. Uit het experiment bleek dat 1 op 3 tandartsen hiv-patiënten weigeren. Bij gynaecologen is het resultaat minder alarmerend, maar nog steeds weigerden 7 op 116 gynaecologen een afspraak. In België is de situatie gelijkaardig. 13% van de hiv-patiënten geven aan dat hun toegang tot gezondheidszorg geweigerd werd omwille van hun diagnose. 15% ondervond al moeilijkheden of werd volledig afgewezen na een aanvraag van diensten zoals een verzekering of een lening. Hierbij komen nog andere vormen van discriminatie; op basis van etnische afkomst, seksuele voorkeur, huidskleur, sociale-economische status, geslacht... Uit studies werd afgeleid dat vrouwen met hiv meer discriminatie te verduren krijgen dan mannen met het virus. Door intersectionaliteit neemt discriminatie verschillende vormen en groottes aan.

Ondanks dat de maatschappelijke perceptie van hiv maar weinig veranderde sinds de vroege jaren 80, evolueerde de ziekte en de behandeling van patiënten wél enorm. Vandaag maken hiv-remmers de virale lading van het virus zo klein dat het virus bij bloedtests ongedetecteerd blijft en de kans op besmetting zeer klein is. De medische vooruitgang dus is enorm, maar toch raakt die informatie niet bekend bij het grote publiek. Er bestaan nog steeds veel misvattingen over het virus zelfs en op de manier waarop het doorgegeven kan worden. Elise Marsicano is sociaal demografe, lid van het wetenschappelijk comité van Sidaction en auteur van de Vespa2 studie. Als postdoctoraal onderzoekster bestudeerde ze discriminatie van hiv-positieve personen. Ze zegt dat bewustmaking en educatie over het virus sleutelelementen zijn voor de maatschappelijke perceptie over mensen die met het virus leven. Zo bestaan er bijvoorbeeld nog steeds mythes rond het doorgeven van hiv (via insectenbeten, speeksel, zweet of zelf een simpele kus) die dringend de wereld uit geholpen moeten worden. Informeren is een eerste grote stap voor het beter begrijpen van het virus, en bijgevolg ook de mensen die er mee leven. Marsicano voegt toe dat een eerste vorm van discriminatie van personen met hiv eruit bestaat dat ze onzichtbaar blijven. We zouden hen zichtbaar moeten maken en hen met waardigheid behandelen.

De medische vooruitgang in verband met het hiv-virus is opmerkelijk maar nog zeer onbekend bij het publiek. Stereotypes blijven ingeworteld in onze samenleving en educatie blijft het beste wapen om elke soort van discriminatie uit te roeien. Als federatie van verenigingen zijn we er eveneens van overtuigd dat educatie hét antwoord is om dergelijke maatschappelijke tendensen te doen keren. Door dit onderwerp te belichten, hopen we bij te dragen tot de kennis over en het begrip voor personen met hiv. 

PANGEA Wiskundeolympiade 2019: De Finale

160 finalisten vanover het hele land maten zich met elkaar tijdens de Pangea-wiskundequiz.
Naar goede gewoonte ging op zaterdag 16 februari de 12de editie van de finale van de Pangea Wiskundeolympiade door. De prachtig, gerenoveerde aula van Odisee hogeschool campus Brussel, was de arena waarin de Pangea finalisten een gooi deden naar het winnaarsschap . De Pangea Wiskundeolympiade geeft kinderen vanaf het 3de leerjaar tot en met het 4de middelbaar de kans hun talent voor wiskunde aan de buitenwereld te laten zien. Deze editie telde maar liefst 8000 deelnemers waarvan 150 naar de finale doorstroomden. Het enthousiasme spatte ervan af toen de finalisten hun vragenblad kregen voorgeschoteld. De wiskundequiz was ook dit jaar niet makkelijk, maar gelukkig waren ouders en leerkrachten massaal aanwezig om voor hun finalist(en) te supporteren. Toen één uur vol spannend wiskunderaadsels verstreken was, konden de deelnemers even hun zenuwen afreageren op het buffet van broodjes en drankjes. Tijdens de lunch was het aan de jury om in opperste concentratie de examens te verbeteren. Na de pauze was le moment suprême aangebroken waarbij de deelnemers in de bloemetjes werden gezet tijdens de prijsuitreiking. Iedereen ontving een certificaat samen met een mooie koffietas als aandenken. De winnaars keerden huiswaarts met fantastische prijzen, zoals een microscoop, een telescoop en een Raspberry Pi 3 PC. 
Hieronder vindt u de lijst van alle winnaars, per categorie. VOV wenst hen veel succes met hun cadeau:

Winnaars van het 3de en het 4de leerjaar:


1. Arno Rottenberg
2. Karel September 
3. Noah Lijnen 
4. Auke Roose 
5. Senne Lambrix


Winnaars van het 5de en 6de leerjaar:

1. Penelope Speybrouck
2. Floris Rylandt
3. Ingmar Ollieuz
4. Elin Dias 
5. Brecht Depraetere 


Winnaars van het 1ste en 2de middelbaar:

1. Matisse De Gauquier
2. Sofie Janssens
3. Quinn Vanherrewege
4. MatthisVanwalleghem  
5. Romain Dellicour


Winnaars van het 3de en 4de middelbaar:

1. Jef Van Eester
2. Aron Crets
3. Mathias Mertens
4. Vital De Geldere  
5. Jeroen Wouters


Tot slot maar niet het minst wil VOV, naast alle deelnemers, ook de leerkrachten bedanken voor hun engagement aan deelname aan de Pangea Wiskundequiz. Zonder hun inzet en passie voor wiskunde zou de Wiskundequiz onmogelijk zijn. 
Volgend is het VOV-Team weer van de partij! Hopelijk mogen we jullie opnieuw in grote getale ontvangen. Tot volgend jaar!!!

Meer informatie over onze projecten via www.vlaamseolympiades.be en www.wiskundequiz.be

Sterke Vrouwen in de kijker: Angélique Léonard, vrouw in de toegepaste wetenschappen

Vandaag staat onze rubriek “Vrouwen in de kijker” in teken van Angelique Léonard, professor bij het departement Chemical Engineering aan de Universiteit van Luik. Als voorzitster van de ondernemingsraad ‘Femmes et Sciences’, spant prof. Léonard zich ook in voor het promoten van gendergelijkheid en de empowerment van meisjes en vrouwen in de Toegepaste Wetenschappen. We kregen de unieke gelegenheid om Angélique Léonard te interviewen. Wat volgt is een korte voorstelling van haar verwezenlijkingen.

Léonard behaalde een master in Chemical Engineering en en promoveerde als doctor in de Toegepaste Wetenschappen. Als jonge onderzoekster was ze gevoelig voor milieuproblematiek en voerde destijds onderzoek naar industriële droging van slib in zuiveringsinstallaties. Ze werd de eerste wetenschapster ter wereld voor beeldvormingstechnieken gebruikt maakte van een röntgenschaal. Prof. Léonard won de Frédéric Swart-prijs, uitgereikt door “The Royal Academies for Science and the Arts of Belgium” (RASAB). De prijs wordt toegekend aan origineel wetenschappelijk onderzoek in de chemische industrie. Daarenboven werd ze genomineerd door het ‘World Forum for Crystallization, Filtration and drying’ (WFCFD) als “Best Scientist under the age of 35 years" (prijs voor de beste wetenschapper onder de 35 jaar). Daarnaast is ze ook nog auteur/co-auteur voor tal van nationale en internationale wetenschappelijke tijdschriften.

In mei 2018 werd prof. Léonard verkozen tot voorzitster van de ondernemingsraad ‘Femmes et Sciences’, opgericht in 2016. Deze ondernemingsraad is een platform dat de empowerment van vrouwen in academische en wetenschappelijke instituten ondersteunt. De raad geeft advies en aanbevelingen over gendergelijkheid, en werkt aan maatregelen over dit onderwerp bespreekbaar te maken.

Prof. Léonard haar werk past perfect binnen de extra aandacht in onze rubriek voor de empowerment van vrouwen. Fedactio bewondert Angélique Léonard voor haar parcours en alles wat ze heeft betekend voor vrouwen in het wetenschappelijke veld. Tot slot maar niet het minst ondersteunt Fedactio de missie van ‘Femmes et Sciences’ om gendergelijkheid te promoten in de exacte wetenschappen. Genoeg gesprekstof voor een interview:

Zou u zich eerst en vooral kort kunnen voorstellen en daarna uw professioneel parcours beschrijven?
Ik studeerde civiele techniek in de chemie en materiaalkunde aan de universiteit van Luik. Na mijn studies als ingenieur schreef ik een doctoraat gevolgd door een postdoctoraat in Bordeaux en Londen. Ik bemachtigde een permanent mandaat als gekwalificeerd onderzoekster bij de FNRS. Hierna was ik docent in duurzame ontwikkeling en industriële processen. Gedurende mijn carrière beklom ik de academische ladder; eerst was ik professor, daarna hoogleraar. Sinds 2016 ben ik lid van de vereniging ‘Femmes & Sciences’ (Vrouwen en Wetenschap), waar ik sinds mei dit jaar voorzitter van ben.

Zou u ons kunnen uitleggen waarvoor de ondernemingsraad ‘Femmes & Sciences’ staat en welke activiteiten en functies ze uitoefent?
De ondernemingsraad bestond al 20 jaar op een niet-officiële manier. ‘Femmes & Sciences’ (Vrouwen en Wetenschap) is pas officieel ontstaan in 2016 aan de hand van een decreet van Minister Jean-Claude Marcourt. De belangrijkste doelstelling is het bevorderen van gelijkheid tussen vrouwen en mannen op de werkvloer. Daarvoor moesten verschillende acties worden ondernomen. De eerste actie bestaat uit het kenbaar maken van cijfers, onder andere genderstatistieken van de verschillende richtingen en carrières. Ten tweede moesten we een geheel van ‘good practices’ opstellen, die kenbaar maken binnen de universiteiten en bekijken hoe ze kunnen helpen met de verzoening tussen het professioneel- en privéleven. Op die manier helpen we met het verlagen van de drempels die vrouwen ondervinden om door te stoten naar hogere posities.

Hoe verklaart u de onderrepresentatie van vrouwen in de STEM werkvelden?
Dat is een extreem complexe problematiek. Uiteindelijk kunnen we stellen dat vrouwen wel degelijk dezelfde competenties als mannen bezitten. Wanneer de omstandigheden gunstig zijn, zijn hun prestaties vergelijkbaar met die van mannelijke collega’s. We hebben echter vastgesteld dat beroepen vaak volgens gender worden ingedeeld. Die beeldvorming krijgen we al sinds kleins af aan mee. Dat is de reden waarom meisjes eerder kiezen voor sociale beroepen, personenhulp, jeugdzorg, gezondheidssector of het onderwijs. Bovendien zien we dat vrouwen vaker voor jobs in die sector kiezen omwille van hun flexibiliteit. Op die manier kunnen ze hun privéleven beter afstemmen op hun werkleven. We constateren ook dat jongens sneller in de technische sector, productie en in handel stappen. Die sectoren zijn erg prestatiegericht en competitief. Die zaken worden over het algemeen minder geassocieerd met meisjes. Het is belangrijk om te benadrukken dat die verschillen voortkomen uit stereotypes. Daarom moeten de stereotypes in vraag gesteld worden.

Wat zijn de belangrijkste obstakels bij de integratie van vrouwen in de STEM-sectoren?
Ik denk niet dat er echte obstakels zijn bij de integratie, het probleem is dat ze gewoonweg niet kiezen voor de STEM-richtingen. Wanneer we het hebben over de integratie van vrouwen op hogere niveaus, zien we wel drempels verschijnen. Vrouwen kiezen namelijk vaker in functie van hun ‘work-life balance’. Tijdens mijn studies voor burgerlijk ingenieur zaten we met amper vijf vrouwen op het jaar. Amper één daarvan kwam in de industrie terecht. Na vijf jaar in die sector kampte ze met een depressie door de hoge druk die op haar uitgeoefend werd. Later heroriënteerde ze naar het onderwijs, de richting die mijn vrouwelijke collega’s en ikzelf eerder ook al hadden gekozen. Ik bleef op de Universiteit, niet wetende of ik de kans zou krijgen om daar carrière te maken. Het blijft moeilijk om een evenwicht te vinden tussen je privé en het professionele leven. We zien dat de verantwoordelijkheid voor het opvoeden van kinderen voornamelijk nog bij de vrouwen ligt, hoewel dit aan het veranderen is.

Wat zijn, volgens u, de politieke acties die gesteld moeten worden om de integratie van vrouwen in deze domeinen te bevorderen?
We hebben zelf de kaarten in de hand om in de juiste richting te bewegen. Zo kunnen we het ‘Pacte pour un Enseignement d’excellence’ (bekend als ‘Pacte d’excellence’) in Franstalig België aanhalen. Dat pact bevat verschillende maatregelen en beoogt vele hervormingen, die er uiteindelijk voor zullen zorgen dat meisjes en jongens toegang krijgen tot dezelfde cursussen en lessen, zodat genderverschillen wegvallen. Docenten krijgen de kans om zich bij te scholen zodat hun lessen in lijn zijn met de snel evoluerende maatschappij. Ook zullen de opleidingen van leerkracht daar in de toekomst meer rekening mee houden. Het decreet werd vorige week goedgekeurd in het Parlement, waarmee het startschot van een lange weg is gegeven. Genderongelijkheid zal worden opgenomen in hun opleiding, zodat zij in het kader van hun cursussen en lessen stereotypes kunnen vermijden. Dat zal een belangrijke eerste zet zijn om de stereotypes te herkennen en vervolgens uit te wissen.

Als u een boodschap kan geven aan jonge meisjes en vrouwen die twijfelen om te starten aan een STEM-opleiding, wat zou dat dan zijn?
Je moet simpelweg durven en tegen jezelf zeggen dat meisjes net zo getalenteerd zijn als jongens. Wanneer ze STEM omarmen, zullen ze een prachtige carrière kunnen uitbouwen.

De plaats van vrouwen in STEM: inspirerende maatregelen en de strijd tegen stereotypes


Naar aanleiding van de Internationale Dag van vrouwen en meisjes in de Wetenschap focust Fedactio zich op sterke vrouwen in de wetenschap, en de ondervertegenwoordiging ervan in het wetenschappelijk veld.

We zijn beslist niet de enige met die missie. Op de Internationale Dag van vrouwen en meisjes in de Wetenschap op 11 februari, organiseerde ‘Femmes et Sciences’ het evenement “Regards croisés sur les les carrières au feminin dans les STEM” (“Een blik op de carrières van vrouwen binnen de STEM”). STEM (Science, Technology, Engineering en Mathematics) is een afkorting voor opleidingen en beroepen in de technologie, techniek, exacte wetenschappen en wiskunde branche. De bijeenkomst werd geopend door prof. dr. Angélique Léonard, onze “Vrouw in de kijker” van deze week. Ze is voorzitster van de ondernemingsraad en professor aan de Universiteit van Luik. Verder kregen we de kans om te luisteren naar enkele van de vele aanwezige gastsprekers:

• Marie-Martine Schyns, Franse Gemeenschapsminister van Leerplichtonderwijs

• Dominique Lafontaine, professor in de Wetenschap aan de Universiteit van Luik

• Roberta Pattono, lid van de directie van het departement Onderzoek en Innovatie van de Europese Commissie

• Isabelle Régner, professor en onderzoekster in het laboratorium van de Cognitieve Psychologie aan de Universiteit van Aix-Marseille

• Christel Opdebeeck, beleidsmedewerker van de Vlaamse Overheid voor Onderwijs en Vorming

Het evenement focuste op de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de exacte wetenschappen. Die ondervertegenwoordiging tekent zich duidelijk af: slechts 34% van de Europese wetenschappers is vrouw. Bij de ingenieus neemt die verhouding een diepere duik: daar is slechts 1 op 5 vrouw. Hoewel reeds sinds de jaren ‘90 een positieve trend is ingezet, blijven vrouwen nog steeds in de minderheid.

Hoe leggen we de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de wetenschap uit?
Vaak gehoorde verklaringen voor deze ondervertegenwoordiging zijn dat vrouwen verantwoordelijk zijn voor hun gezin, dat ze moeilijkheden ervaren om professionele netwerken te weven of zelfs dat ze over minder vaardigheden beschikken dan mannen. In de werkelijkheid is de ondervertegenwoordiging van vrouwen in wetenschap te wijten aan compleet andere factoren. Reeds van kleins af aan worden meisjes op school geconfronteerd met een minderheid van vrouwen in deze sector. Bovendien maakt de afwezigheid van succesvolle vrouwelijke rolmodellen in de wetenschappen dat het identificatieproces ermee moeilijker verloopt. We zien ook dat meisjes, zowel op school als thuis, slachtoffers zijn van positieve discriminatie. Hierbij wordt meer aandacht geschonken aan meisjes dan aan jongens, omdat verondersteld wordt dat meisjes minder bekwaam zijn dan jongens. Naarmate de tijd verstrijkt, daalt de interesse voor de exacte wetenschappen bij meisjes meer en meer. Wie heeft er nog nooit gehoord dat vrouwen sterker zijn in talen en mannen in wiskunde? Prof. Règner onderzocht dergelijke stereotypes aan de hand van experimenten. Ze kon aantonen dat de stereotypes zo hardnekkig zijn, dat er zich een merkwaardig fenomeen aftekent: ze zorgen voor tegenprestaties. Meisjes hebben het gevoel dat ze zich harder moeten bewijzen omdat ze er minder goed in zouden zijn. Dat maakt hen, ironisch genoeg, sterker in die domeinen. Vrouwen in de wetenschap krijgen te maken met heel wat vormen van discriminatie. Een andere voorbeeld daarvan is de loonkloof, die tegenwoordig steeds kleiner wordt maar nog steeds 17% bedraagt. Daarbovenop komt nog eens het ‘glazen plafond’. Vrouwen beklimmen veel minder makkelijk de professionele ladder. Het glazen plafond weerhoud hen ervan door te breken naar hogere professionele posities.

Jonge meisjes aantrekken in de exacte wetenschappen: gevolgen en uitdagingen
De ondervertegenwoordiging van vrouwen in STEM-opleidingen is een groot maatschappelijk probleem met talrijke gevolgen. Prof. Dominique Lafontaine meent dat meisjes zich sneller richten tot domeinen waarin ze een sociale rol kunnen spelen, zoals het onderwijs, de gezondheidssector of sociale- en menswetenschappen. Jongens daarentegen kiezen eerder voor de exacte wetenschappen of ICT. Genderdiversiteit binnen deze beroepen is ver te zoeken. Zoals reeds uitgelegd heerst er een duidelijke minderheid van vrouwelijke wetenschappers, die bovendien hun weg naar hogere niveaus niet vinden. Met een mannelijke top als resultaat. Keuzes worden dus genomen door mannen, voor mannen. Daarom is het van uiterst belang dat vrouwen zichtbaar worden binnen die domeinen. In een nagenoeg uitsluitende mannelijke sfeer zullen die specifieke vaardigheden minder snel aan vrouwen toegeschreven worden. Vrouwelijk wetenschappelijk talent zal minder erkend worden, wat op zijn beurt nefast is voor het aantal vrouwen in wetenschappelijke posities. Men dient die negatieve spiraal te doorbreken.

Hoe maken we het verschil ?
Op Europees niveau richt het actieplan van Horizon 2020, een financieringsprogramma van de Europese Unie, zich op een betere integratie van vrouwen in onderzoeks- en innovatie domeinen, en het verbeteren van de kwaliteit en relevantie van wetenschappelijke publicaties. Om dit te verwezenlijken werkt de Europese Unie samen met de lidstaten, onderzoeksorganisaties en met de Europese Commissie. Sinds 2011 deelt de Europese Unie jaarlijks een prijs uit aan innovatieve vrouwen. Met deze prijs hopen ze het aantal vrouwen in het domein van onderzoek en innovatie te bevorderen, en mogelijke rolmodellen naar voren te schuiven. Op Belgisch niveau staat het Pact of Excellence, dat in 2015 werd gelanceerd, in de kijker. Dit houdt in dat meisjes en jongens een algemene training krijgen om zo de ongelijkheden weg te werken. Daarnaast is er ook nog het Vlaamse STEM-actieplan van 2012-2020, dat ervoor zorgt dat het aantal middelbare scholieren die willen doorstromen naar STEM is toegenomen. Niet enkel de overheid maar ook andere organisaties werken aan de ontwikkeling van de vaardigheden van jonge meisjes in STEM-loopbanen. Isabelle Deflandre, directrice van vzw ‘Elles bougent’ (‘Zij bewegen’) en Simon Moreau, verantwoordelijke voor het project ‘Genre-et-TIC’ (Gender en ICT) van de vzw Interface3, kregen de kans hun concrete acties te presenteren. Op beurzen en evenementen promoten ze de STEM-sector en geven ze informatie over de beroepsmogelijkheden. Bovendien is er ook een systeem waarbij jonge meisjes een ‘peettante’ toegewezen krijgen. Op die manier krijgen ze een rolmodel aangereikt, waar de jonge meisjes zich mee kunnen identificeren.

Ons engagement
Fedactio uit zich al vele jaren als voorstander van gelijkheid voor mannen en vrouwen via het platform ‘Vrouw en Maatschappij’. Ook andere platformen sluiten naadloos aan bij de boodschappen uitgedragen op het evenement. Met zowel platform ‘Onderwijs’ als platform ‘Ondernemers’ willen we jongeren motiveren om verder te studeren en hen laten profiteren van onze ondersteuning en ervaring. Fedactio promoot participatie voor iedereen, in elk veld. Laten we samen in actie schieten tegen stereotypes en genderdiscriminatie. Zo maken we een mooie toekomst mogelijk, voor iedereen.

Sterke Vrouwen in de kijker: Nisreen El Hashemite

Voor de rubriek "Vrouwen in de kijker" huldigen we Prof. Dr. Nisreen El-Hashemite voor haar leidende rol in de empowerment van meisjes en vrouwen.

"We need to encourage girls and young women to pursue science and stay in science careers", klinkt het levensmotto van Dr. El-Hashemite. Haar levensloop tart alle verbeelding. Dr. El-Hashemite werd geboren als prinses in de koninklijke familie in Irak, maar ze nam afstand van haar titel om geneeskunde te studeren. In tegenstelling tot haar broers, kreeg ze af te rekenen met tegenwerking vanuit de universiteiten vanwege haar titel als prinses.  Als vrouwelijk lid van de koninklijke familie is het namelijk niet conventioneel geneeskunde te studeren.  Desondanks behaalde Dr. El-Hashemite een master in de geneeskunde en heeft ze een doctoraatstitel in menselijke genetica op haar naam staan.  Naast haar voorliefde voor wetenschappen experimenteert ze graag met koffiedik en verkoopt haar “Wonders of Coffee” schilderijen ten voordele van het El-Sharifa Fatima El-Hashemite Trust Fund for Children and Motherhood. Nu werkt Dr. El-Hashemite als executive director van het Royal Academy of Science International Trust (RASIT), een organisatie die zich inzet voor onderwijs, wetenschap, economie en duurzame ontwikkeling. RASIT richt zich specifiek tot meisjes en jonge vrouwen en geeft hen de kans om hun toekomst uit te tekenen.

Dr. El-Hashemite zet zich reeds jarenlang in voor de empowerment van meisjes en vrouwen. Zo wees ze tijdens The Inaugural World Women’s Health and Development Forum op 12 februari 2015 op de noodzaak om discriminatie tegen vrouwen onder de aandacht te brengen. Haar wens werd ingewilligd en 12 februari werd uitgeroepen als de Internationale Dag van Vrouwen en Meisjes in de Wetenschap; een dag in het teken van gelijke kansen voor vrouwen in exacte wetenschappen.

UNESCO rapporteerde dat slechts 30% van het totaal aantal onderzoekers vrouw zijn. Bovendien ligt hun inkomen lager dan die van hun mannelijke collega’s. De onderrepresentatie resulteert uit stereotypes en vooroordelen waardoor vrouwen van kleins af aan ontmoedigd worden om exacte wetenschappen te studeren. De erkenning van de Internationale Dag voor Vrouwen en Meisjes in de Wetenschap is een stap in de juiste richting. Dr. El-Hashemite steekt meisjes en vrouwen een hart onder de riem en moedigt hen aan om hun eigen pad te volgen en te vechten voor gelijke rechten op de werkvloer.

Analoog wil Fedactio gelijke kansen voor meisjes en vrouwen promoten. Fedactio organiseert jaarlijks stimulerende olympiades voor kinderen en jongeren om hen te enthousiasmeren hun talenten te ontwikkelen. Daarnaast is ons platform Vrouw en Maatschappij druk in de weer om ambities van      jonge vrouwen te ondersteunen.

Sterke Vrouwen in de kijker: Els Van Hoof

Op 6 februari is het de Internationale Dag tegen Vrouwelijke Genitale Verminking. Naar aanleiding van deze dag, zetten we deze week de Belgische politica Els Van Hoof in de kijker. Van Hoof diende vorig jaar twee wetsvoorstellen in tegen de genitale verminking van vrouwen die in mei 2018 werden goedgekeurd.

CD&V-Kamerlid Els Van Hoof zet zich al jaren in voor mensenrechten en sociale gelijkheid. Als parlementslid, projectverantwoordelijke in de NGO Wereldsolidariteiten en voorzitster van Vrouw en Maatschappij is de politica onlangs nog gehuldigd als ‘Vredesvrouw 2018’ omwille van haar gevecht voor vrouwenrechten en tegen onrechtvaardigheid. Van Hoof voert haar strijd op meerdere fronten. Als lid van de Commissie Buitenlandse zaken, Volksgezondheid en Maatschappelijke Emancipatie vecht Van Hoof mee voor meer sensibilisering in verband met vaderschapsverlof, gelijke kansen voor mannen en vrouwen op het werk en het integreren van meer vrouwelijke migranten op de arbeidsmarkt.

Genitale Verminking
In 2018 werd de wet van haar hand goedgekeurd tegen de genitale verminking van meisjes en vrouwen. Genitale verminking, ook wel “vrouwelijke besnijdenis” genoemd, wordt grotendeels om socio-culturele redenen uitgevoerd. Deze praktijk wordt voornamelijk toegepast in verschillende landen in Afrika, het Midden-Oosten en Azië, maar komen ook in België relatief vaak voor. Genitale verminking draagt een groot gezondheidsrisico met zich mee, zoals incontinentie, onvruchtbaarheid en in sommige gevallen ook sterfte. In West-Europa wordt genitale verminking als een ernstige inbreuk op de rechten en lichamelijke integriteit van meisjes en vrouwen beschouwd.

Van Hoof wil deze problematiek aanpakken door een wettelijk kader te voorzien om slachtoffers beter bij te staan. In de eerste plaats wordt het spreekrecht van artsen en zorgverleners uitgebreid zodat ze, zonder hun beroepsgeheim te schenden, gevallen van genitale verminking kunnen aangeven bij de procureur des konings. Daarnaast voorziet het wetsvoorstel ook een verplichte registratie van een vastgestelde genitale verminking in het medisch dossier van het slachtoffer. Met deze nieuwe wet hoopt Van Hoof een beter beleid uit te werken rond genitale verminking in België en zo meisjes en vrouwen beter te beschermen.

Fedactio kan het werk van Van Hoof alleen maar aanmoedigen en bewonderen, ook wij zetten ons in voor mensenrechten en gendergelijkheid in onze maatschappij.