Total Pageviews

Blog Archive

Search This Blog

Banner

Banner

Niet langer 'allochtoon'

Share it:
Designed by Freepik
Achtergrond

In 2016 schrapten De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de woorden ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ uit hun vocabularium. Als reden gaf de Nederlandse overheid: ‘Wat nodig is, is een meervoudig migratie-idioom. De onderzoeksvraag of de beleidskwestie dient het begrippenkader te bepalen in plaats van andersom.’ (Bron). Al naar gelang het doel van het onderzoek wordt dus beslist welke term gehanteerd wordt om de onderzochte groep aan te duiden.

Eerder (in 2012) bande De Morgen het woord ‘allochtoon’ uit al z’n kranten. Hoofdredacteur Wouter Verschelden stelde zich de vraag: “[´K]un je per definitie aan goede journalistiek doen met 'allochtoon' als term in de berichtgeving? Goed beseffende dat het stigmatiserend en uitsluitend werkt. Met een bovendien veel te vage definiëring van het woord in het dagelijks gebruik.” (De Morgen, 19 september 2012). Zijn antwoord is ‘nee’ en dat is ook de visie die we binnen Fedactio hanteren.

Kritiek

De beslissing van de Nederlandse overheid lokte de kritiek uit dat een semantische aanpassing de onderliggende problematiek niet noodzakelijk verandert (Bron). Het aanpassen of bannen van een term betekent niet dat het stigma op een bepaalde bevolkingsgroep verdwijnt. Niet alleen een taalaanpassing, maar met name een gedegen beleid is noodzakelijk om een inclusie van alle groepen te verwezenlijken.

Ook is het een feit dat de neutralere termen na een tijdje dezelfde bijklank krijgen als de taboewoorden die ze vervangen. Zo evolueerde het woord ‘allochtoon’ vanuit gastarbeider en (het latere) immigrant. Als eufemistisch leenwoord (van het Griekse ‘allos’ = anders en ‘chtoon’ = land) was allochtoon in de jaren ‘70 wel neutraal en acceptabel. Pas in de loop van de jaren heeft het een negatieve connotatie gekregen. Waarschijnlijk zal telkens weer een nieuw eufemisme opduiken als de onderliggende attitudes niet veranderen.

Als ‘allochtoon’ niet meer acceptabel is, rijst de vraag welke term dan wel geschikt is. Het CBS opteerde voor ‘mensen met een migratieachtergrond’ en dat is ook de term die Fedactio verkiest te gebruiken. Een kleine kanttekening: deze kapstokterm gebruiken we alleen als een groepering noodzakelijk is voor ons betoog. Als niet, dan prefereren we een meer specifieke benaming waarbij we alle groepen definiëren aan de kenmerken die het discours dienen.

Als laatste punt van kritiek argumenteerde Rik Torfs, voormalige rector aan de KU Leuven, dat ‘elk woord dat verdwijnt … het denken [verengt]. Ook het foute denken is een vorm van denken. Een vorm van denken die moet worden bestreden, maar je kunt ideeën niet bestrijden als je niet langer het recht hebt ze te benoemen.’ Vandaar dat wij als vereniging geen censuur willen doorvoeren: iedereen heeft het recht de taal te gebruiken die zij adequaat achten. Toch hebben wij voor onszelf beslist dat andere termen gepaster zijn voor de boodschap die wij willen overbrengen. Onze redenering kunt u hieronder vinden.

Grondgedachte

Volgens ons doet de dichotomie autochtoon - allochtoon de integratie-inspanningen weinig eer aan. Daarenboven willen wij juist de nadruk leggen op gelijkenissen tussen bevolkingsgroepen in plaats van de verschillen.

Als tweede argument volgen wij de redenering van De Morgen: de definitie van het woord ‘allochtoon’ is te vaag. Zowel CBS als Van Dale gebruiken een andere definitie van het woord, hetgeen dan weer verschilt van de betekenis van de term in het dagelijkse taalgebruik. (Bron.) Evenzeer volgen wij de redenering van socioloog Arjen Leerkes: ‘Laat niet langer de herkomst van ouders iemands identiteit bepalen.’ (Bron.) Een opdeling op basis van etnische achtergrond is soms helemaal niet aan de orde.

Toch willen we de roots van een individu niet zomaar verloochenen. Vandaar dat wij naar onze oprichters en (de meeste van) onze leden als Turkse Belgen verwijzen. De nadruk ligt bij deze benaming op de Belgische identiteit. De term is analoog aan de streepjes-Nederlanders (Bron.) alsook de term African-Americans, die na de Jim Crow-periode in de VS ingeburgerd raakte ter vervanging van de gekleurde term ‘negro’.

Conclusie

Ons doel is een tweedeling van de maatschappij te vermijden. Door de term ‘allochtoon’ te gebruiken, blijft er voor die bepaalde bevolkingsgroep een onderscheid bestaan. (Bron.) Wij willen echter benadrukken dat we allemaal Belgen zijn, ongeacht of we die nationaliteit hebben aangenomen of of we hier geboren zijn.

Indien het voor onderzoeksdoeleinden toch noodzakelijk is om een bepaalde groep aan te duiden willen we graag meer specifieke termen hanteren. Voor het bevorderen van gelijkheid is het immers noodzakelijk dat we bepaalde achtergestelde groepen toch kunnen indelen om die zo op te nemen in onze statistieken. CBS maakt een onderscheid tussen foreign-born en native-born om zo tweede- en derde-generaties van  de ‘nieuwkomers’ te onderscheiden. Zo weerspiegelen de statistieken toch meer de diversiteit die nu al in Nederland én België aanwezig is.

Slechts wanneer een specifieke benaming niet mogelijk is, gebruiken we de term ‘personen met een migratie-achtergrond’, ons bewust van de vaagheid van de term. Toch verkiezen we een neutralere term dan z’n voorganger ‘allochtoon’, want het is niet de bedoeling van onze organisatie om om het even welke groep te stigmatiseren.
Share it:

Blog

Post A Comment: